Veel verhuurders vragen een borg aan hun huurder. Die borg zorgt voor financiële zekerheid: ontstaat er bijvoorbeeld schade aan de huurwoning, dan kan dit van de borg worden ingehouden. Een borg vragen je huurder is wettelijk toegestaan. Wordt het huurcontract opgezegd, dan is het echter niet toegestaan om zomaar een deel van de borg in te houden. Maar wanneer mag je de borg dan wél inhouden? 

Borg voor je huurwoning
Een borg, ook wel waarborgsom genoemd, wordt altijd voorafgaand aan de verhuurperiode betaald. Als alles goed gaat, betaalt de verhuurder borg na afloop van de verhuurperiode weer terug aan de huurder. Er zijn twee situaties waarin de borg niet of gedeeltelijk wordt terugbetaald: bij wanbetaling van de huurder of bij schade aan de woning die is ontstaan tijdens verhuurperiode. 

Wanbetaling
Wanneer een huurder niet op de afgesproken datum de huur overmaakt, spreken we van wanbetaling. Dit is echter nog geen reden om de huur van de borg in te houden. Betaalt de huurder de huursom echter helemaal niet en ontstaat er een huurachterstand, dan kun je als verhuurder wel (een deel van) de borg inhouden. 

Schade aan de woning
Ook wanneer er schade is ontstaan aan de woning, veroorzaakt door de huurder, mag je de borg mogelijk inhouden. Echter zitten hier wel wat haken en ogen aan: als verhuurder heb je namelijk bewijsplicht* dat de schade is ontstaan tijdens de huurperiode en dat de huurder de schade veroorzaakt heeft. Bovendien moet je de huurder eerst de kans geven de schade te herstellen. Is de schade ontstaan door achterstallig groot onderhoud, dan kun je hiervoor geen borg inhouden. Voor groot onderhoud ben je als verhuurder namelijk zelf verantwoordelijk. Ook slijtage valt niet onder schade: wanneer er gebruik wordt gemaakt van een woning, kun je er namelijk redelijkerwijs vanuit gaan dat bepaalde zaken slijten door dagelijks gebruik. 

Opnamestaat 
Om onduidelijkheden te voorkomen, is het noodzakelijk om voorafgaand aan de huurperiode een opnamestaat op te maken. Een opnamestaat is een document dat beschrijft hoe de woning eruit ziet bij de aanvang van de huurperiode. In een opnamestaat wordt onder andere omschreven in welke staat de woning is en welke gebreken of mankementen er al zijn. Nadat de huur is opgezegd, moet de woning in dezelfde staat worden achtergelaten als er in de opnamestaat is omschreven. Het gaat hierbij niet om normale slijtage: dit hoeft nooit herstelt te worden. 

Schade herstellen 
Is er wel schade aan de woning ontstaan door misbruik van de huurder, dan is hij of zij verplicht om de schade te herstellen. Wordt de woning opgeleverd en blijken er zaken aan de woning beschadigd, dan dien je de huurder dus eerst de kans te geven om de woning alsnog netjes op te leveren. Vaak wordt er tijdens een eindinspectie een lijst opgesteld van zaken die herstelt moeten worden en wordt er een datum afgesproken waarop de herstelwerkzaamheden klaar moeten zijn. Zijn de beschadigingen na die datum nog niet herstelt, dan is de huurder in verzuim. Als verhuurder kun je dan de borg (deels) inhouden. 

*De bewijsplicht ligt bij de huurder als het gaat om een huurcontract dat voor augustus 2003 is ingegaan. 

Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.