Wat gebeurt er met de huurovereenkomst na het overlijden van een huurder?
Je hoopt het nooit mee te hoeven maken, maar het kan gebeuren: je huurder overlijdt. Wat kun je in dit geval doen en wat betekent dit voor de huurovereenkomst? We schetsen de verschillende scenario’s.
Situatie 1: de enige huurder overlijdt
Als je je woning verhuurt aan één persoon en deze komt te overlijden, dan eindigt het huurcontract automatisch aan het eind van de tweede maand na het overlijden. De huur moet in die periode worden betaald door de erfgenamen van de huurder. Deze erfgenamen mogen de huur ook zelf opzeggen tegen het eind van de eerste maand na het overlijden van de huurder.
Voorbeeld: Je huurder overlijdt in januari, de huurovereenkomst eindigt dan automatisch op 31 maart. Als de erfgenamen de huurovereenkomst vóór 31 januari opzeggen, eindigt het huurcontract eind februari.
Situatie 2: huurder overlijdt, medehuurder/echtgenoot of partner blijft achter
Als je huurder overlijdt en er blijft nog wel een medehuurder, geregistreerd partner of echtgenoot achter, dan wordt deze persoon automatisch ‘van rechtswege’ de nieuwe huurder. Deze persoon moet dit wel (schriftelijk) aan jou als verhuurder melden. Er verandert in dit geval niets aan de huurovereenkomst.
Situatie 3: huurder overlijdt, huisgenoot of medebewoner blijft achter
Blijft er iemand achter in de woning maar is dit geen medehuurder, echtgenoot of geregistreerd partner, dan kan deze persoon nog maximaal zes maanden in de woning blijven en het huidige huurcontract overnemen. In die periode van zes maanden met deze persoon aan de rechter vragen of hij als huurder in de woning mag blijven. De rechter zal dit verzoek alleen om de volgende redenen afwijzen:
- De huurder kan niet bewijzen dat de woning zijn of haar hoofdverblijf is;
- De huurder kan niet bewijzen dat er samen met de overleden huurder sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Dit houdt in dat de kosten voor het huishouden werden gedeeld;
- De huurder kan de huur in z’n eentje niet betalen;
- De huurder kan geen huisvestingsvergunning krijgen. Dit is een schriftelijke beslissing van de gemeente dat iemand in een bepaalde woning mag gaan wonen als huurder.
Het kan natuurlijk dat de medehuurder na het overlijden van de hoofdhuurder niet in de woning wil blijven wonen. Hij of zij mag in dat geval de huurovereenkomst binnen zes maanden na het overlijden van de huurder opzeggen.
Situatie 4: er blijven alleen kinderen achter in de woning
In het schrijnende geval dat beide ouders overlijden en er alleen kinderen achterblijven in de huurwoning, wordt de huurovereenkomst ontbonden en moeten de kinderen de woning verlaten. Als verhuurder zul je dan op zoek moeten naar een nieuwe huurder.
Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.