Goed nieuws voor huurders in de sociale sector: huurprijzen stijgen minder hard

Inflatie

In het Sociaal Huurakkoord spraken Aedes en de Woonbond af dat de huurverhoging niet meer mag zijn dan de stijging van de consumentenprijzen, ofwel het inflatiepercentage. Deze regel geldt eigenlijk pas vanaf 2020, maar uit een enquête van Aedes blijkt dat veel corporaties zich ook dit jaar al aan het akkoord houden. De gemiddelde huurprijsstijging is namelijk gelijk aan het inflatiepercentage van 1,6 procent. Vorig jaar lag de huurprijsstijging nog 0,1 procent boven het inflatiepercentage en de jaren ervoor zelfs een stuk hoger. Corporaties lieten de huren toen zelfs stijgen met 6 procent.

Verhuurderheffing

De hoge huurprijsstijgingen van de afgelopen jaren hadden een belangrijke oorzaak, namelijk de invoer van de verhuurderheffing. Hierdoor moesten corporaties 2 miljard euro extra belasting betalen, die zij weer doorschoven naar de huurders. Volgens Aedes-voorzitter Marnix Norder zijn de corporaties hier nu mee gestopt: “Het is bijzonder dat de huurverhogingen beperkt blijven, want daarmee stoppen corporaties met het doorschuiven van de extra belastingen naar hun huurders.”

Twee redenen

Dat de huren dit jaar al minder hard stijgen is volgens Aedes en de Woonbond voor twee partijen een belangrijk signaal. Ten eerste laten de corporaties aan huurders zien dat zij staan voor betaalbaar wonen. “Bewoners moeten betaalbaar blijven wonen, zodat ze ook nog nieuwe schoenen voor hun kinderen kunnen kopen,” zegt Norder.

Ten tweede is het een goed signaal naar het kabinet. Door de geringe huurprijsstijging willen corporaties het kabinet onder druk zetten om de verhuurderheffing af te schaffen. “Van corporaties wordt gevraagd veel nieuwbouw te plegen en huizen te verduurzamen. Als de belastingdruk te hoog wordt, kunnen we te weinig nieuwe huizen bouwen. Vanwege de woningnood is dat wel hard nodig,” aldus Norder.