Meer huurwoningen in de vrije sector door particuliere beleggers

Huren 80 procent duurder

Op dit moment staan er 30 procent minder woningen te koop dan een jaar geleden. Veel mensen kochten een huis, maar niet allemaal om zelf in te wonen. Door de lage rente is de woningmarkt een interessante beleggingsoptie, en dus worden veel huizen gekocht door particuliere investeerders. Zij knappen ze met zo min mogelijk geld op en verhuren ze vervolgens. Vooral starterswoningen zijn populair, omdat het rendement hierop het hoogst is.

Zo komen er steeds meer huurwoningen in de vrije sector bij. Aan de ene kant goed nieuws, want hierdoor neemt de schaarste aan vrijesectorhuurwoningen af. Aan de andere kant is het nadelig voor jonge mensen die willen kopen, want vaak kunnen zij niet opbieden tegen beleggers. Vervolgens neemt het huizenaanbod af, waardoor zij toch moeten gaan huren. Uit onderzoek van de NVM blijkt dat mensen voor hetzelfde huis 80 procent duurder uit zijn als ze het huren dan wanneer ze het gekocht zouden hebben. Dit geldt voor huizen met een prijs tot €235.000. Een flink verschil, wat in Amsterdam zelfs op kan lopen tot 100 procent (!) duurder.

Nieuwe generatie huurders

Er komen dus meer vrijesectorhuurwoningen bij, vooral in studentensteden als Groningen en Maastricht. Ook Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn populaire steden onder investeerders. Volgens Martijn de Groot van Re/Max makelaardij spelen beleggers hiermee goed in op de behoeften van een nieuwe generatie huurders. Zij hoeven ook niet meer per se een huis te kopen, bijvoorbeeld omdat ze ZZP’er zijn of flexibel willen zijn qua woonplek. “De nieuwe generaties zijn mobieler op de arbeidsmarkt en hebben minder behoefte aan bezit.” Of het ze op de lange termijn waard is dat ze voor deze flexibiliteit een stuk meer moeten betalen, zal moeten blijken.