Nieuwbouw vrije sector kan verdubbelen

Vraag blijft stijgen

De behoefte aan vrije sector huurwoningen tussen de 700 en 1000 euro blijft toenemen. Zeker nu scheefwonen in de nieuwe huurwet nog harder worden aangepakt: hierdoor zullen meer sociale huurders met een te hoog inkomen uitwijken naar een duurdere huurwoning in de vrije sector. De nieuwbouw van betaalbare vrijesectorwoningen blijft echter achter.

Dubbel zoveel nieuwbouw mogelijk

Met 415.000 geliberaliseerde huurwoningen bestaat slechts 5,4 procent van alle woningen in Nederland uit huurwoningen in de vrije sector. Naar verwachting zal het aanbod binnen dit huursegment in 2021 met 66.000 woningen zijn gegroeid, mede door nieuwbouw van 32.000 vrijesectorwoningen.

Op basis van de grote beschikbaarheid van investeringskapitaal zou het aantal nieuwbouwwoningen echter ruim twee keer zo groot kunnen zijn: institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen en verzekeraars) zijn bereid om rond de 5,5 miljard euro te investeren. Daar komt nog eens ruim 3 miljard investeringskapitaal van buitenlandse beleggers bij.

Koopwoning gaat voor

Het beschikbare kapitaal kan echter niet volledig worden geïnvesteerd in de bouw van nieuwe vrijesectorwoningen, doordat gemeenten hun grond liever verkopen aan ontwikkelaars van koopwoningen. De verkoop van grond voor koopwoningen levert de gemeenten namelijk meer geld op.

Deze inkomsten kunnen de gemeenten goed gebruiken, omdat zij vaak veel geld verloren hebben bij het aankopen van deze grond: als gevolg van de crisis is deze sterk in waarde gedaald. Slechts enkele grote gemeenten ondersteunen de vrije huursector en nemen daarbij genoegen met lagere grondopbrengsten.

Kwestie van tijd

Gemeenten zullen dus veel meer aandacht moeten gaan besteden aan de vrije sector, ook al levert hen dit minder geld op. Het is hun maatschappelijke taak om zorg te dragen voor voldoende aanbod van betaalbare huurwoningen.

Minister Blok (Wonen) zegt gemeenten wel aan te moedigen om de vrije huursector te ondersteunen, maar wil hen nog geen dwingende maatregelen opleggen. Pas na de zomer zal het woningmarktbeleid van de gemeenten worden aangepakt. Hiervoor dienen namelijk eerst de nodige prestatieafspraken te worden opgesteld waarin gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen het eens worden over het aandeel dat koopwoningen, sociale huurwoningen en vrijesectorwoningen krijgen in de nieuwbouw.