Wonen in de stad: in de toekomst alleen weggelegd voor rijken?
Wonen in de stad wordt op den duur een exclusiviteit die alleen rijkere huishoudens zich nog kunnen veroorloven. Tenminste, als er niet tijdig door de overheid wordt ingegrepen. Dat stellen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam.
Opwaardering van steden
Gemeenteraden van grote steden werken graag mee aan het opwaarderen van arme buurten door midden- en hoge inkomens aan te trekken. Hierdoor is wonen in de stad steeds meer voorbehouden aan de rijkeren: juist de groep die voorheen wegtrok naar groeikernen net buiten de stad. Met name in Amsterdam is er voor de middenklasse weinig betaalbare woonruimte meer te vinden in het centrum. Rotterdam heeft zelfs plannen om zo’n 20.000 sociale huurwoningen plaats te laten maken voor duurdere huurhuizen.
Wat het opwaarderen van de steden (ook wel ‘gentrificatie’ genoemd) voor gevolgen heeft voor de armere bevolking, werd onderzocht door Promovendus Cody Hochstenbach en professor stedelijke geografie Sako Musterd, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Gedeelde woonruimte
Niet alle inwoners met een laag inkomen vertrekken volgens het onderzoek van Hochstenbach en Musterd. Binnen de lagere inkomens onderscheiden de onderzoekers ‘werkende armen’, werklozen en lage tot middeninkomens.
De eerste groep van werkende armen nam juist iets toe, onder meer door de groei van het aantal flexwerkers en zzp’ers. Ook jongeren die nog geen vast arbeidscontract hebben, zijn steeds beter vertegenwoordigd in de stad. Omdat de wachtlijsten voor sociale huurwoningen erg lang zijn, deelt een groot gedeelte van deze bevolkingsgroep woonruimte met anderen, bijvoorbeeld door een kamer te huren.
Tijdelijke ‘sociaaleconomische mix’
Steden raken niet van de ene op de andere dag volledig gefocust op rijkere inwoners, dit is een langdurig proces. Het is niet zomaar een kwestie van ‘arm eruit, rijk erin’.
Ook sociale mobiliteit (bijvoorbeeld mensen die met een laag inkomen in een buurt gaan wonen en vervolgens succesvol carrière maken) en demografische of sociale veranderingen hebben een belangrijke invloed. Hierdoor ontstaat volgens Musterd eerst een ‘sociaaleconomische mix’ van bewoners in arme buurten en blijven pas na langere tijd alleen de hogere inkomens over.
Aandacht vereist
Op dit moment is er nog sprake van een sociaaleconomische mengeling. Maar wanneer de huidige trend van gentrificatie zich voortzet, zal een groot gedeelte van de stad op den duur niet meer bereikbaar zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen die wel van essentieel belang zijn. Denk hierbij aan onderwijspersoneel, verplegers of agenten.
Maar ook voor het aantrekken van hoogopgeleiden en creatieven naar de stad is beschikbaarheid van betaalbare woningen cruciaal. “Mensen moeten ergens kunnen beginnen, anders worden lage inkomens van sociale mobiliteit uitgesloten”, aldus Musterd. De overheid moet volgens de onderzoekers voorkomen dat wonen in de stad na verloop van tijd slechts toegankelijk zal zijn voor de hoogste inkomens.
Verzet in Amsterdam en Utrecht
In lijn met het bovenstaande is er in Amsterdam en Utrecht flink verzet aangetekend tegen het plan van Minister Blok om kleinere huurhuizen tegen een hogere prijs aan te mogen bieden dan via de reguliere puntentelling maximaal is toegestaan. Hierdoor zouden woningzoekenden zomaar 1000 euro per maand kunnen gaan betalen voor een woonruimte van nog geen veertig vierkante meter.
Diverse lokale politieke partijen en huurdersverenigingen bieden vandaag een manifest aan tegen wat zij zelf dure “Blokhokken” noemen.