Woonbond opnieuw in verzet tegen nieuwe huurwet
In een brief aan de Eerste Kamer uit de Woonbond deze week zijn bezwaren tegen de nieuwe huurwet. De bond pleit hiermee voor een aanpassing van de Wet Doorstroming Huurmarkt, die deze maand door de Eerste Kamer wordt behandeld.
Wet Doorstroming Huurmarkt
De Woonbond is het niet eens met de nieuwe huurwet, die nog maar kort geleden door Minister Blok door de Tweede Kamer werd geloodst. De wet beoogt onder meer een betere doorstroming van de huurwoningmarkt en het tegengaan van scheefwonen. Volgens de Woonbond zorgt de nieuwe wet voor te hoge huurstijgingen en ongelijke behandeling van huurders. Bovendien zouden huisjesmelkers te veel ruimte krijgen om te spelen met tijdelijke huurcontracten.
‘Onverantwoord’
In het Sociaal Huurakkoord, dat de Woonbond en Aedes (de vereniging van corporaties) in juni 2015 sloten, werd afgesproken om de huurstijging vanaf 2016 te matigen. De totale huursom zou hierbij niet meer dan de inflatie plus één procent mogen stijgen. Dit zou de doorstroming moeten bevorderen, doordat de maandelijkse huurprijs minder stijgt bij verhuizing naar een nieuwe huurwoning. Dit Sociale Huurakkoord werd in eerste instantie omarmd door minister Blok, maar in de nieuwe huurwet wijkt hij af van de gemaakte afspraak: hij wil de matiging van de huurprijzen pas in 2017 doorvoeren.
Volgens Ronald Paping, directeur van de Woonbond, is het onverantwoord om nog een jaar te wachten met huurmatiging. De betaalbaarheid van huren staat nu al te veel onder druk. De bond stelt daarom voor om de maximale huurstijging van één procent plus inflatie nog dit jaar in te voeren.
Huurders ongelijk behandeld
De in het Sociaal Huurakkoord overeengekomen huurmatiging geldt niet voor mensen die een sociale huurwoning huren bij een commerciële verhuurder. Zij kunnen zelfs op een extra huurverhoging rekenen. Uit onderzoek van de Woonbond blijkt dat deze huurders gemiddeld 10 procent meer betalen dan corporatiehuurders, terwijl de kwaliteit van hun huurwoning gemiddeld 10 procent minder is.
Het gaat hierbij om in totaal 400.000 huurders, oftewel 16 procent van de totale sociale huursector. De Woonbond vindt de ongelijke behandeling van deze grote groep huurders zeer kwalijk en tekent bezwaar aan.
Woonzekerheid bedreigd
Ook het mogelijk maken van tijdelijke huurcontracten stemt de Woonbond zeer ontevreden. Juist het feit dat een huurcontract voor onbepaalde tijd wordt afgesloten is volgens Paping zeer waardevol, omdat het een belangrijke bijdrage levert aan de woonzekerheid van huurders. Door tijdelijke contracten tot twee jaar in te voeren, komt deze zekerheid in het geding. De Woonbond vreest dat huisjesmelkers hier misbruik van zullen maken door alleen nog maar met tijdelijke contracten te gaan werken.
De Woonbond
Als vertegenwoordiger van de bijna drie miljoen huurders en woningzoekenden binnen alle woningsectoren is de Woonbond een partij die de Eerste Kamer niet zomaar kan negeren. De nieuwe huurwet wordt deze maand behandeld in de Eerste Kamer.
Meer weten? Download de brief die Woonbond aan de Eerste Kamer stuurde.