Woonkwaliteit wordt doorslaggevend bij huurverhoging
Tot nu toe was de jaarlijkse huurverhoging altijd afhankelijk van het inkomen van de huurder. In plaats hiervan zal in de nabije toekomst de kwaliteit van de huurwoning bepalend zijn voor de verhoging van de huurprijs. Tenminste, als het aan minister voor Wonen Stef Blok ligt, die dit voorstel afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer stuurde.
Verbeterde prijs-kwaliteitverhouding
De maximaal toegestane huurstijging wordt gehandhaafd, maar het wordt binnen deze maximumstijging wel mogelijk om op basis van de marktwaarde en kwaliteit van de woning een verschil aan te brengen tussen verschillende woningen. Op die manier ontstaat er een betere verhouding tussen de woonkwaliteit en de te betalen huurprijs.
Wanneer de huurprijs bijvoorbeeld relatief laag is voor de geboden kwaliteit, zou de huur bovengemiddeld verhoogd kunnen worden. Is het juist andersom en betaal je relatief veel voor een mindere kwaliteit? Dan zal de huurverhoging onder het gemiddelde komen te liggen.
Wat houdt het akkoord concreet in?
Betaal je meer dan 80% van de maximaal toegestane huur (gebaseerd op het woningwaarderingsstelsel), dan mag de huurverhoging niet hoger zijn dan de inflatie.
Ligt de daadwerkelijke huurprijs onder deze 80%, dan mag de huurprijs met de inflatie plus nog eens 2,5 procent extra verhoogd worden. Het akkoord is vooralsnog alleen van toepassing op huizen die via woningcorporaties worden verhuurd, maar roept particuliere huurders op om een soortgelijke benadering te hanteren voor de huurwoningen die zij aanbieden.
Aanpak van scheefhuurders
Hoewel met dit akkoord de woonkwaliteit doorslaggevend wordt bij het bepalen van de huurverhoging, kunnen ook huurders met een hoog inkomen ten opzichte van de huurprijs worden aangepakt. Deze zogenaamde ‘scheefhuurders’ kunnen namelijk nog steeds een extra huurverhoging opgelegd krijgen. Om dit te handhaven denkt minister Blok aan een 5-jaarlijkse inkomenstoets door de overheid.