Zeven opties voor verhuurdersheffing, welke wordt het?
Dat de verhuurdersheffing er aankomt, is zo goed als zeker. Alleen in welke vorm? Het plan voor de verhuurdersheffing kreeg een storm aan kritiek te verwerken. Woningcorporaties vroegen zich hardop af hoe ze 1,7 miljard euro bij elkaar moesten sprokkelen om vervolgens ook nog ruimte over te houden om te investeren in bouwprojecten en renovatie van huurwoningen. Minister Stef Blok heeft nu zeven verschillende versies van de heffing bekeken. Welke variant Blok’s zegen krijgt, is nog niet bekend.
Varianten verhuurdersheffing
De varianten hebben ondermeer betrekking op de waarde van de huurhuizen of op de investeringsdrang van de verhuurders. De mogelijkheden zijn als volgt:
- Per huurwoning wordt een vaste heffing bepaald, deze is dus niet afhankelijk van de waarde van de huurwoning. Het nadeel van deze optie is dat huurders van goedkopere woningen relatief meer gaan betalen.
- De heffing is gebaseerd op de huurprijs. Deze variant is volgens minister echter lastig uit te werken.
- De verhuurdersheffing wordt ingevoerd met een belastingvrije voet. Dit houdt in dat voor goedkopere woningen minder aan heffing hoeft te worden betaald.
- Vier varianten die samenhangen met de investeringen van verhuurders. Maximaal kunnen verhuurders door te investeren in energiebesparing, renovatie en nieuwbouw 300 miljoen euro korting krijgen op de verhuurdersheffing. Ook kunnen verhuurders aftrek krijgen door te investeren in de zogeheten krimpgebieden, de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en Rotterdam-Zuid in het bijzonder.